Categoriearchief: Contracten

Recept Wet DBA: laat te heet opgediende soep afkoelen om match op de arbeidsmarkt te vergroten

Recept Wet DBA: laat te heet opgediende soep afkoelen om match op de arbeidsmarkt te vergroten*

De Wet DBA zorgt voor veel onrust op de arbeidsmarkt. Menig opdrachtgever schiet in de kramp en tienduizenden zzp’ers zien hun opdrachten verdampen of zitten thuis. Onterecht en een gemiste kans voor werkgevers die gaan voor kwaliteit. Welke risico’s loop je als werkgever nou écht? En op basis waarvan maak je een zorgvuldige afweging? De ene vaste medewerker of uitzendkracht is de andere zzp’er niet…  

Even terug naar het begin. Een van de belangrijkste argumenten van de regering om de Wet DBA in te voeren, is het terugdringen van schijnzelfstandigheid. Daarmee doelt men a) op de circa 10% zzp’ers aan de onderkant van de arbeidsmarkt die min of meer onvrijwillig zelfstandig zijn (denk bijvoorbeeld aan postbezorgers en bouwvakkers) en b) op de circa 10% zzp’ers aan de bovenkant van de arbeidsmarkt die al meerdere jaren fulltime op een en dezelfde opdracht zitten en je nauwelijks als ‘ondernemer’ kunt betitelen (bijvoorbeeld gespecialiseerde ICT’ers). Bij de eerste groep draait het vooral om bescherming tegen uitbuiting. Bij de tweede groep vooral om het bezet houden van ‘reguliere’ arbeidsplaatsen en het missen van sociale- en pensioenpremies voor de algemene pot.

De bron van alle onrust?

Helaas blijkt dat de Wet DBA ter bescherming van ‘echte’ schijnzelfstandigheid weinig éxtra doet. Sterker, vooral de grote groep van 80% goedwillende zzp’ers én hun opdrachtgevers worden nadelig getroffen. De ontstane onrust spitst zich toe op de volgende punten:

  • De onduidelijke regelgeving over met name (de uitleg van) termen als gezagsverhouding en vrije vervanging;
  • De lange doorlooptijd van de beoordeling van voorgelegde overeenkomsten door de Belastingdienst;
  • De ontstane wirwar van specifieke, individuele ‘modelovereenkomsten’, gekoppeld aan het ontbreken van vrijwaring voor boetes en naheffingen zoals onder de VAR.

De consequentie is dat werkgevers uit angst voor naheffingen en boetes minder zzp’ers inhuren. Ze vullen het werk anders of helemaal niet meer in. Zzp’ers hebben hierdoor veel minder werk, zitten langdurig thuis of worden gedwongen om in loondienst te gaan (iets wat je als echte zelfstandig ondernemer nou juist níet wilt).

Huidige status Wet DBA: uitstel sanctionering

Deze onrust in combinatie met het opzeggen van het vertrouwen in de Wet DBA door FNV Zelfstandigen en werkgeversbonden, noodzaakten staatssecretaris Wiebes tot ingrijpen. Op 18 november jl. liet hij per Kamerbrief weten het sanctioneringsbeleid binnen de Wet DBA op te schorten tot 1 januari 2018 of zoveel later als nodig is. Hij onderbouwde dit met de aanname dat het voorlopig niet handhaven van de wet opdrachtgevers dusdanig gerust zou stellen dat deze als vanzelf weer zzp’ers zouden gaan inhuren. Om ‘de plooien helemaal glad te strijken’ zou de Belastingdienst tot die datum haar coachende rol richting ondernemers oppakken. En de politiek zou deze periode benutten voor een fundamentele herijking van de begrippen ‘gezagsverhouding’ en ‘vrije vervanging’, passend binnen de moderne en huidige arbeidspraktijk.

Te hete soep houdt onrust in stand

Inmiddels weten we dat het uitsluitend uitstellen van het sanctioneren niet tot de gewenste rust leidt. De Wet DBA en de daarin vervatte regels blijven immers gewoon van kracht. De soep blijft dus te heet. Alleen al uit het oogpunt van compliancy willen (zeker grotere en beursgenoteerde) bedrijven nog steeds voorkomen dat zij de wet overtreden; handhaving of niet. En als je bedenkt dat ‘kwaadwillendheid’ wel gesanctioneerd zal worden en een fundamentele herijking van het arbeidsrecht (zeker met de aanstaande Kamerverkiezingen en aansluitende kabinetsformatie) een tijdrovend en onzeker traject is, vrees ik dat de onrust op de arbeidsmarkt voorlopig aanhoudt. Onrust die – en dat is het bizarre – meestal onterecht is.

Onrust in meeste gevallen onterecht

Feitelijk heeft de Wet DBA niets wezenlijks veranderd aan de inhoudelijke beoordelingscriteria van arbeidsrelaties tussen opdrachtgevers en zelfstandigen. Voornaamste verschil met de VAR is echter dat deze hierover vooraf wél duidelijkheid verstrekte en de opdrachtgever zich geen zorgen hoefde te maken over naheffingen en boetes. En dat is natuurlijk even wennen voor opdrachtgevers. Het dwingt hen beter na te denken over de inzet van (flexibele) arbeid, wanneer zij problemen met de fiscus willen voorkomen. Maar een ding staat nog altijd overeind: ook onder de huidige Wet DBA kun je als opdrachtgever nog altijd prima een zzp’er voor een specifieke klus inhuren. Zeker, er bestaat een ‘grijs gebied’, maar bij het gros van de arbeidsrelaties is het vrij duidelijk of sprake is van zelfstandigheid en ondernemerschap óf een verkapt dienstverband.

Neem inhoud werk als uitgangspunt bij keuze vast/flex!

Alles afwegende wordt ‘de soep dus niet zo heet gegeten, als…….’. Laten afkoelen dus. Neem primair de inhoud van het werk en de beschikbaarheid van mensen om dat werk uit te voeren als uitgangspunt bij de keuze van vast of flex. Zoek je iemand voor een positie waarvoor continuïteit op de lange termijn belangrijk is, kies dan voor een vast loondienstverband. Zeker wanneer de benodigde kennis en vaardigheden redelijk tot goed op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn. Maar heb je tijdelijk specifieke en hoogwaardige kennis nodig die intern ontbreekt, dan staat weinig tot niets een samenwerking met een zzp’er in de weg. Als je je aan de uitgangspunten van de wet houdt, dit vastlegt in een door de fiscus goedgekeurde modelovereenkomst en je je tijdens de uitvoering van het project aan die overeenkomst houdt, heb je niets te vrezen. Wat mij betreft loop je een groter bedrijfsrisico wanneer je een – en ik chargeer- een goedkopere maar minder gekwalificeerde uitzendkracht op een klus zet, dan dat je een zzp’er die jouw vraagstuk kan oplossen, onnodig laat lopen. Zeker wanneer de noodzakelijke kennis en vaardigheden niet algemeen op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn.

* Dit artikel is tot stand gekomen in co-creatie met Huub Buijs, interim communicatieadviseur op het snijvlak met HR en eigenaar van Buijs AMC, en eerder deze week ook door hem gepubliceerd.

 

Dus ben je opdrachtgever of juist zzp’er en worstel je met de vraag hoe verstandig om te gaan met de Wet DBA? Neem contact op via info@hopconsulting.nl of bel 073-6235850 en maak een afspraak. We helpen je graag om orde in de chaos te scheppen!

 

Share Button

Geheimhoudingsovereenkomst, waarom zou je nog?

Geheimhoudingsovereenkomst, waarom zou je nog?

We leven tegenwoordig in een zogeheten ‘deeleconomie’. Door allerlei technologische ontwikkelingen is natuurlijk ook informatie veel makkelijker beschikbaar en eenvoudig deelbaar. Bovendien leidt het vrijuit delen van informatie met de markt vaak tot meer en snellere innovaties. Compleet achterhaald dus zo’n geheimhoudingsovereenkomst. Of toch niet helemaal?

Vrijelijk delen

Natuurlijk is het mooi om informatie met de markt, collega-ondernemers en potentiële klanten te delen. Dat leidt in veel gevallen ook tot positieve effecten. Denk bijvoorbeeld maar aan het schrijven van informatieve (blog)artikelen, het vrijgeven van al haar recepturen door Schotse craftbrouwer Brewdog of het voor doorontwikkeling vrijgeven van open source software. Het vrijelijk delen van kennis en informatie kent dus vele voordelen, zowel op micro- als op macroniveau.

Belang bij geheimhoudingsovereenkomst

Toch zijn er ook verschillende situaties waarin je als ondernemer wel zeker wilt weten, dat jouw vertrouwelijk gedeelde bedrijfsinformatie ook daadwerkelijk geheim blijft. Bijvoorbeeld wanneer je een derde partij zoekt voor een samenwerking om jouw unieke idee verder te ontwikkelen of te financieren. Je zult dan jouw briljante idee met jouw beoogd samenwerkingspartner moeten delen, maar wilt niet dat hij vervolgens met jouw idee aan de haal gaat.

Of wanneer je wordt benaderd door een partij die jouw bedrijf voor een goede prijs wil overnemen. Deze partij zal ongetwijfeld enige vorm van een zogeheten ‘due diligence’ onderzoek verlangen, maar je wilt natuurlijk niet dat jouw bedrijfsinformatie na dat kijkje in de keuken op straat ligt en zo jouw concurrentiepositie aantast.

Ook in de huidige deeleconomie zijn er dus prima legitieme redenen om toch een geheimhoudingsovereenkomst, ook wel NDA of ‘non disclosure agreement’ genoemd,  te sluiten.

Eenzijdige of wederzijdse geheimhoudingsplicht

Zodra je hebt vastgesteld dat jij inderdaad belang hebt bij een geheimhoudingsovereenkomst, is het zaak om deze verdere invulling te geven. Een eerste keuze die je zult moeten maken, is of je de geheimhoudingsplicht eenzijdig of wederzijds wilt laten gelden. Oftewel: Geldt de plicht tot geheimhouding alleen voor jouw contractspartner of voor jullie beide?

In het geval van een due diligence onderzoek in het kader van een potentiële overname zal een eenzijdige geheimhoudingsovereenkomst doorgaans de aangewezen weg zijn. In het geval van een mogelijke samenwerking waarbij je ook input van jouw beoogd samenwerkingspartner nodig hebt, zul je eerder tot een wederzijdse geheimhoudingsplicht besluiten.

Reikwijdte geheimhoudingsovereenkomst

Vervolgens dien je na te denken over de reikwijdte van de geheimhoudingsovereenkomst. Geldt de geheimhouding alleen voor de rechtstreeks betrokken partijen of ook voor aan hen gelieerde ondernemingen, zoals moeder- of dochtervennootschappen? Wie van partijen krijgen toegang tot de vertrouwelijke informatie en hoe zit het daarbij met (de verschillende lagen van) het personeel van partijen? Is alle uit te wisselen informatie vertrouwelijk of kan/moet bepaalde informatie van de geheimhoudingsplicht uitgesloten worden? Wordt de geheimhoudingsovereenkomst voor bepaalde of voor onbepaalde tijd aangegaan?

Stuk voor stuk belangrijke keuzes die mede bepalen hoe sterk of zwak jouw geheimhoudingsovereenkomst wordt en in hoeverre het met de overeenkomst beoogde doel bereikt wordt.

Wel of geen boetebeding

Ondernemers twijfelen daarnaast nog wel eens over het opnemen van een boetebeding in een geheimhoudingsovereenkomst. Is het niet voldoende dat de verplichting tot geheimhouding op papier staat? Is het niet een blijk van wantrouwen richting de wederpartij om (ook nog) een boetebeding op te nemen?

Zie het echter niet als teken van onvoldoende vertrouwen in de wederpartij, maar als blijk van professionaliteit. Primair benadrukt een boetebeding dat de beschermde informatie met de juiste zorg en vertrouwelijkheid behandeld dient te worden. Bovendien geeft het duidelijkheid over de consequenties, mocht de geheimhouding onverhoopt wel geschonden worden.

Managen van de wederzijdse verwachtingen

Kortom, het opnemen van een boetebeding is – net als het sluiten van een geheimhoudingsovereenkomst in bredere zin – onderdeel van het managen van de wederzijdse verwachtingen. En laat dat nu het voornaamste doel van contracteren en een van de kernwaarden van preventief juridisch advies zijn.

 

Sta jij ook op het punt om een samenwerking aan te gaan of is er mogelijk een overname op komst? Bewijs jezelf een dienst en zorg voor een goede geheimhoudingsovereenkomst. Neem contact op via info@hopconsulting.nl of bel op 073-6235850, dan help ik je graag.

 

Share Button

Wet DBA alweer in de prullenbak?

Wet DBA alweer in de prullenbak

Wet DBA alweer in de prullenbak?

“Tweede Kamer: Wet DBA werkt schijnzelfstandigheid in de hand” en “VVD: Voorlopig geen boetes, wellicht zelfs schrappen Wet DBA“. Zomaar twee recente krantenkoppen die de huidige stemming rond de opvolger van de VAR aardig weergeven. Nog geen onverdeeld succes, zullen we maar zeggen.

Stevige kritiek

Dat er al langere tijd stevige kritiek is op de Wet DBA, zal je ongetwijfeld niet ontgaan zijn. Sinds invoering van de wet per 01 mei 2016 – en eigenlijk ook al daarvoor – wijzen critici op de vele onvolkomenheden. Zo lukt het staatssecretaris Wiebes maar niet om duidelijkheid te scheppen en concrete vragen ook concreet te beantwoorden, lukt het de Belastingdienst maar niet om door ondernemers voorgelegde (model)overeenkomsten inhoudelijk goed en binnen een redelijke termijn te beoordelen en zou de wet volgens sommigen schijnzelfstandigheid niet oplossen, maar juist in de hand werken.

Wet DBA afschaffen en terug naar de VAR?

Tel daarbij op, dat uit onderzoek blijkt dat inmiddels 1 op de 7 opdrachtgevers minder of helemaal geen zzp’ers meer inhuurt als gevolg van de Wet DBA en je hebt de poppen aan het dansen. Diverse politici struikelen dan ook zo ongeveer over elkaar heen om te verkondigen, dat de nog maar net ingevoerde Wet DBA alweer moet worden afgeschaft. Opvallend daarbij is, dat het niet alleen leden van oppositiepartijen zijn die dit verkondigen, maar dat ook VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra heeft aangegeven een terugkeer naar de VAR bepaald niet uit te sluiten als de huidige problemen niet snel worden opgelost.

Verkiezingsretoriek

Het lijkt er dus op, dat de Wet DBA geen lang leven beschoren is…. toch? Nou, dat kan wel eens tegenvallen (of meevallen natuurlijk, afhankelijk van aan welke ‘kant’ je staat). Met de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2017 in het vooruitzicht staat de vaderlandse politiek namelijk al enige tijd in verkiezingsstand. Vooral profileren en eigen geluid laten horen, zonder oog voor de haalbaarheid. Bovendien: Hoe zou de oplossing eruit moeten zien? Simpelweg naar de VAR ligt niet voor de hand en het uitwerken van een goed alternatief kost tijd. Dat is vóór 01 mei 2017, het einde van het huidige overgangsjaar van de Wet DBA, echt niet gebeurd. Ga er dus maar vanuit, dat je voorlopig nog wel even met de Wet DBA te maken hebt.

Aangekondigde maatregelen

Ook staatssecretaris Wiebes gaat ondertussen ‘gewoon’ door op de ingeslagen weg. Flink achter de vodden aan gezeten door een kritische Tweede Kamer heeft hij een aantal maatregelen toegezegd om de huidige problemen met de Wet DBA te lijf te gaan:

  • extra capaciteit bij de Belastingdienst voor de beoordeling van ingediende overeenkomsten;
  • een meldpunt bij de Belastingdienst om eventuele knelpunten beter te kunnen verhelpen; en
  • meer toegespitste en betere communicatie, samen met branche- en koepelorganisaties.

Of dit de bestaande onrust onder opdrachtgevers en opdrachtnemers / zzp’ers kan wegnemen, valt te bezien. Uiterlijk 19 december aanstaande stuurt de staatssecretaris nieuwe rapportages naar de Kamer, zodat hierover opnieuw gedebatteerd kan worden.

Wat in de tussentijd te doen

Heel leuk natuurlijk, al die discussies, debatten en oproepen tot terugkeer naar de VAR. Maar wat kan of moet je daar als opdrachtgever of opdrachtnemer mee? Mijn advies: helemaal niets. De Wet DBA gaat (voorlopig) niet weg en dus zul je ermee om moeten gaan  en je eraan moeten conformeren.

Dat betekent kritisch kijken naar de arbeidsrelatie die je met een opdrachtgever of opdrachtnemer aan wilt gaan en daar naar handelen. Heeft die relatie eigenlijk alle kenmerken van een dienstverband, sluit dan een arbeidsovereenkomst. En heeft die relatie alle kenmerken van een echte opdracht voor een zelfstandige, sluit dan ‘gewoon’ een ouderwetse opdrachtovereenkomst of maak gebruik van een van de modelovereenkomsten van de Belastingdienst.

 

Hulp nodig bij het bepalen van de arbeidsrelatie en/of het opstellen van een goede overeenkomst? Bel me op 073-6235850 of mail me op info@hopconsulting.nl, dan help ik je graag.

 

Share Button

Samenwerking: Handen schudden of contract tekenen?

Samenwerking - Handen schudden of contract tekenen

Samenwerking: Handen schudden of contract tekenen?

Hoe vaak heb ik het niet mis zien gaan de afgelopen jaren: Grote problemen door het ontbreken van een (deugdelijk) contract. Ook heel recent was het weer raak. Een ondernemer die een jarenlange samenwerking én vriendschap naar de knoppen zag gaan vanwege een zakelijk geschil.

Handen schudden

Vrienden die elkaar al jaren kennen, ondernemers die besluiten de krachten te bundelen of verse netwerkcontacten die het ‘gewoon eens gaan proberen’. Samenwerken gebeurt continu en kent velerlei vormen. Soms geboren uit idealisme, soms uit praktische overwegingen en soms… heel soms… uit puur winstoogmerk.

Wat de reden of achtergrond ook is, in veel gevallen bezegelt een ferme handdruk de nieuwbakken samenwerking. “We kennen elkaar, we hebben allebei hetzelfde doel en we vertrouwen elkaar.” Komt het jou ook zo bekend voor, die samenwerkings-mantra?

Vertrouwen is goed, een contract is beter

Op zich niets mis mee natuurlijk, want vertrouwen is de basis van iedere goede samenwerking. Maar vertrouwen alleen is niet genoeg. Dingen lopen negen van de tien keer nu eenmaal anders dan je ze gepland hebt. Soms zit het mee en soms zit het tegen, je kent het wel.

En niets is zo veranderlijk als de mens. Dus ook die samenwerkingspartner(s) van jou… en jijzelf! Wat in het begin nog een gemeenschappelijk belang leek, verandert door verschil in prioriteiten in eigenbelang. Die gezamenlijke droom blijkt er als puntje bij paaltje komt toch niet helemaal hetzelfde uit te zien voor alle deelnemers.

Contract tekenen

Juist daarom is het verstandig om een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan en een contract te ondertekenen. Hoe goed je jouw partner(s) ook kent en hoe goed de bedoelingen ook zijn. Niet alleen om de spelregels vast te leggen, maar zeker ook om een helder gezamenlijk referentiekader te scheppen. Wat mogen jullie van elkaar verwachten onder verschillende omstandigheden en in verschillende situaties?

Want een goed contract beschrijft niet slechts hoe de bakken vol met geld – die natuurlijk ongetwijfeld binnen zullen stromen! – verdeeld gaan worden. Integendeel, een goed contract legt vast hoe jij en jouw samenwerkingspartner(s) zich tot elkaar verhouden, juist als het wat minder gaat dan verwacht.

Problemen voorkomen door maatwerkcontract samenwerking

Door de wederzijdse verwachtingen actief te (blijven) managen en de communicatie op peil te houden, voorkom je al heel veel problemen. Toch kan er een moment komen dat jij en jouw samenwerkingspartner(s) minder goed door één deur kunnen en wellicht niet meer helemaal ‘on speaking terms’ zijn. Juist dan heb je een goede maatwerkovereenkomst nodig om op terug te vallen.

Denk bijvoorbeeld aan vragen als:

  • Welke verplichtingen liggen bij welke partij en tot welke hoogte?
  • Hoe zit het met concurrerende, eigen werkzaamheden van een van de samenwerkingspartners?
  • Hoe worden belangrijke beslissingen genomen?
  • Welke voorwaarden gelden wanneer een van partijen uit de samenwerking wil stappen?
Rust, zekerheid en besparingen

Al deze en andere vragen kun je al bij aanvang van de samenwerking samen  bespreken, beantwoorden en door een contractjurist vast laten leggen in een overeenkomst. Dat betekent weliswaar een zekere investering, maar wel een waarmee je rust, zekerheid én besparingen creëert. Want reken maar dat de kosten van die ‘gratis’ handdruk in een slepende rechtbankprocedure een behoorlijk stuk hoger uitpakken. Om van de prijs van verloren vriendschappen nog maar te zwijgen natuurlijk….

 

Sta jij ook op het punt om een intensieve samenwerking aan te gaan? Of heb je al zo’n samenwerking, maar is die uitsluitend gebaseerd op handen schudden? Neem dan contact op voor het opstellen van een degelijke, toekomstbestendige overeenkomst. Daar help ik jou en jouw samenwerkingspartner(s) graag mee!

Share Button

Verzuim(d) om in gebreke te stellen? Dan niet aansprakelijk!

Verzuim(d) om in gebreke te stellen? Dan niet aansprakelijk!

Verzuim(d) om in gebreke te stellen? Dan niet aansprakelijk!

Aansprakelijk, in verzuim, in gebreke en niet nakomen. Verschillende termen die ook door ondernemers in het dagelijks spraakgebruik vaak op één hoop worden gegooid. Juridisch gezien betekenen ze echter zeker niet hetzelfde. Integendeel…

Vier verschillende fases

De termen betekenen dus niet hetzelfde, maar ze horen natuurlijk wel bij elkaar. Eigenlijk vertegenwoordigen ze ieder een van de vier verschillende fases als het gaat om wanprestatie:

  • Fase 1: niet nakomen
  • Fase 2: in gebreke stellen
  • Fase 3: in verzuim raken
  • Fase 4: aansprakelijk zijn

Over alle fases valt (heel) veel te vertellen, maar laten we proberen het zo overzichtelijk mogelijk te houden. Daarom per fase een beknopte toelichting op hoofdlijnen.

Fase 1. Niet nakomen

Stel je bent een overeenkomst met een leverancier aangegaan om vijfhonderd bureaustoelen type A te leveren. Je merkt echter dat de wederpartij niet, niet correct of niet volledig aan de contractueel overeengekomen afspraken voldoet. Om bij het voorbeeld te blijven: Er worden respectievelijk geen bureaustoelen (niet), bureaustoelen van type B (niet correct) of slechts 300 stoelen (niet volledig) geleverd. Elk van voornoemde varianten vallen onder het kopje ‘niet nakomen’. Dit betekent echter niet dat jouw leverancier ook al meteen aansprakelijk is.

Fase 2. In gebreke stellen

Nu de leverancier zijn verplichtingen niet nakomt, zul je hem eerst in gebreke moeten stellen. Een ingebrekestelling is de expliciete schriftelijke mededeling aan jouw wederpartij, waarin je aangeeft dat hij zijn verplichtingen niet is nagekomen en dat je hem nog één kans geeft om alsnog aan de overeenkomst te voldoen. Zie het als het geven van een laatste waarschuwing.

Naast het schriftelijkheidsvereiste dient een deugdelijke ingebrekestelling aan nog twee voorwaarden te voldoen. Ten eerste moet de vordering opeisbaar zijn. Ben je overeengekomen dat de bureaustoelen uiterlijk 31 juli geleverd worden, dan is jouw vordering voor die datum niet opeisbaar en kun je jouw leverancier nog niet in gebreke stellen. Ten tweede moet de wederpartij een redelijke termijn gegund worden om alsnog na te komen. Wat een redelijke termijn is, verschilt per product / dienst / handeling en hangt dus altijd af van de omstandigheden.

Fase 3. In verzuim raken

Heb je jouw bureaustoelenleverancier op juiste wijze in gebreke gesteld en is ook binnen de aanvullende redelijke termijn geen sprake van het correct en volledig nakomen van de overeengekomen verplichtingen? Dan raakt de hij na het verstrijken van de aanvullende redelijke termijn in verzuim. Nu pas ben je op het punt dat je echt juridische maatregelen kunt treffen. Zodra een wederpartij in verzuim staan je namelijk meerdere rechtsmiddelen ter beschikking. Denk aan ontbinding van de overeenkomst, het gerechtelijk afdwingen van de niet nagekomen prestatie, het op kosten van wederpartij door derden laten verzorgen van de prestatie en/of het vorderen van schadevergoeding.

Soms raakt een wederpartij van rechtswege in verzuim, oftewel zonder dat een voorafgaande ingebrekestelling nodig is. Dit is bijvoorbeeld het geval als sprake is van een fatale termijn, als nakoming blijvend onmogelijk is en ook als jouw wederpartij zelf te kennen geeft dat hij zijn verplichtingen niet kan of zal nakomen. Om het overzicht te bewaren zal ik daarover in dit artikel echter niet verder uitweiden.

Fase 4. Aansprakelijk zijn

De fase van het aansprakelijk zijn, vloeit direct voort uit het in verzuim raken van jouw wederpartij. Op het moment dat jouw leverancier in verzuim raakt, kun je hem aansprakelijk stellen voor de door jou geleden schade. In veel gevallen wordt deze aansprakelijkstelling zelfs al bij voorbaat in de ingebrekestelling opgenomen: “Indien u niet binnen termijn x alsnog nakomt, stel ik u bij deze reeds aansprakelijk voor … etcetera etcetera.” In dat geval valt het moment van aansprakelijk zijn van de wederpartij dus gelijk met het moment van zijn in verzuim raken.

Gevaar van onjuiste toepassing

Zoals eerder aangegeven, betreft dit een beknopt en enigszins versimpeld overzicht van de verschillende stadia. Toch is het van groot belang om deze fases strikt te scheiden en alle stappen in de juiste volgorde te nemen. Stop je zelf te vroeg met het leveren van jouw (tegen)prestatie? Dan kom je in zogeheten schuldeisersverzuim en raak je zelf schadeplichtig. Besteed je de niet nagekomen prestatie te vroeg aan derden uit? Dan draai je hoogstwaarschijnlijk zelf voor de (dubbele) kosten op. Heb je geen deugdelijke ingebrekestelling verstuurd? Dan krijg je bij de rechter het deksel op je neus en wordt je vordering afgewezen.

Tijdig advies

Het is bij deze even lastige als listige materie dan ook altijd ten zeerste aan te raden om niet zelf te gaan hobbyen, maar in een zo vroeg mogelijk stadium een contractrechtjurist in te schakelen. Op zijn minst om met je mee te kijken en je waar nodig te souffleren.

 

Share Button

Is er leven na de VAR? De Wet DBA toegelicht

Leven na de VAR

Is er leven na de VAR? De Wet DBA toegelicht

Zoals in een eerdere update al aangekondigd houdt de alom bekende Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) per 01 mei 2016 op te bestaan. Daarmee komt gelijk ook een eind aan de zekerheid die zelfstandigen én hun opdrachtgevers al jarenlang hebben. Grote vraag is dan ook: Is er leven na de VAR?

Zekerheid VAR

Al ruim 10 jaar lang is de situatie vrij overzichtelijk. In een notendop: Een zelfstandige die zichzelf als zzp’er of freelancer verhuurd aan opdrachtgevers, vraagt bij de Belastingdienst een VAR aan en geeft daarmee zijn opdrachtgever de zekerheid dat geen sprake is van een dienstverband. Voor de opdrachtgever is dit van belang, omdat deze dan zeker weet dat geen loonheffing en sociale verzekeringspremies ingehouden en afgedragen hoeven te worden. Deze zekerheid wordt vooraf en voor de duur van een volledig kalenderjaar gegeven. Naheffing vindt in de praktijk eigenlijk slechts plaats, indien sprake is van opzettelijke misleiding, wat zelden bewezen kan worden. Kortom, iedereen blij.

Schijnzelfstandigheid

Nou ja, iedereen blij… De Belastingdienst niet. Door het relatief makkelijk kunnen verkrijgen van een VAR, de vergaande bijbehorende vrijwaring ten aanzien van loonheffingen en premies en het gebrek aan controlecapaciteit, zijn hiaten ontstaan. Een daarvan is de zogeheten ‘schijnzelfstandigheid’. Bekend voorbeeld hiervan is de ontslagen werknemer die meteen als zelfstandige voor exact dezelfde werkzaamheden maar tegen een lager tarief door zijn ex-werkgever weer wordt ingehuurd. Los van de maatschappelijke discussie over de wenselijkheid van dit fenomeen, ziet de Belastingdienst door dit soort oneigenlijke constructies een hoop geld aan haar neus voorbijgaan. Tijd voor actie dus.

Wet DBA en (model)overeenkomsten

Bestrijding van schijnzelfstandigheid is naar eigen zeggen van Staatssecretaris Wiebes het belangrijkste argument voor afschaffing van de VAR en vervanging door de Wet DBA (voluit: Wet deregulering arbeidsrelaties). Onder de Wet DBA verstrekt de Belastingdienst niet langer voor een heel kalenderjaar vooruit zekerheid over het wel of niet moeten afdragen van loonheffingen en premies. Nee, vanaf 01 mei 2016 wordt iedere door een zelfstandige uitgevoerde opdracht individueel beoordeeld. Opdrachtgever en zelfstandige kunnen gebruik maken van door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten of hun eigen overeenkomst ter goedkeuring voorleggen.

Schijnzekerheid

Alleen een ander systeem dus maar met net zo veel zekerheid vooraf? Bepaald niet. Want daar zit het belangrijkste verschil tussen VAR en de Wet DBA: Het gebruik van een modelovereenkomst of goedgekeurde overeenkomst geeft géén echte zekerheid. De Belastingdienst gaat namelijk ook “controles op de werkvloer” uitvoeren. Als uit die controles blijkt, dat de feitelijke situatie niet overeenkomt met de in de goedgekeurde (model)overeenkomst geschetste situatie, wordt opdrachtgever achteraf alsnog geconfronteerd met een naheffing terzake loonheffingen en sociale verzekeringspremies. Zo biedt de Wet DBA in tegenstelling tot de VAR slechts ‘schijnzekerheid’.

Hoe de controles uitgevoerd gaan worden en met welke frequentie, is niet bekend. Het lijkt echter onwaarschijnlijk dat de Belastingdienst veel verder komt dan incidentele, steekproefsgewijze controles. Daarmee lijkt ook nu al vast te staan, dat het beoogde doel – het bestrijden van schijnzelfstandigheid – niet zal worden bereikt.

Vergaande gevolgen dienstverband

Let op: Wanneer achteraf door de Belastingdienst wordt vastgesteld, dat sprake is van een dienstverband, heeft dit voor opdrachtgever niet alleen gevolgen op het gebied van het alsnog verschuldigd zijn van loonheffingen, sociale premies (en boetes). In geval van een dienstverband kan de zelfstandige die nu dus werknemer blijkt te zijn, namelijk ook aanspraak maken op zaken als vakantiegeld, doorbetaling van loon tijdens ziekte én ontslagbescherming.

Veel kritiek

Niet zo gek dus, dat afschaffing van de VAR op veel kritiek stuit. Zeker de wijze waarop en snelheid waarmee invoering van de Wet DBA gebeurt, kan niet op veel applaus rekenen. Zo zijn er zijn nog tal van onbeantwoorde vragen en bevatten gepubliceerde modelovereenkomsten nog fouten. Het overgangsjaar van mei 2016 tot mei 2017 lijkt dan ook vooral bedoeld om de Belastingdienst zelf de tijd te geven haar zaakjes op orde te krijgen.

Handreiking DBA: Belastingdienst geeft beoordelingskader

In een poging aan de vele kritiek tegemoet te komen, heeft de Belastingdienst begin maart 2016 via haar website de ‘Handreiking DBA’ gepubliceerd. Dit document moet meer inzicht geven in de wijze waarop de Belastingdienst overeenkomsten tussen zelfstandigen en opdrachtgevers gaat beoordelen. Het geschetste beoordelingskader bevat echter weinig nieuwe informatie. De Handreiking grijpt voornamelijk terug op de al veel langer bekende criteria voor het vaststellen van het al dan niet bestaan van een dienstverband:

  • Is sprake van een gezagsverhouding
  • Bestaat een persoonlijke verplichting tot het verrichten van arbeid
  • Bestaat een verplichting om loon te betalen
  • Is sprake van een fictieve dienstbetrekking

Maatwerk noodzakelijk

Het moge duidelijk zijn, dat de bij opdrachtgevers en zelfstandigen ontstane onzekerheid hiermee niet kan worden weggenomen. Ook is duidelijk, dat het contracteren tussen opdrachtgevers en zzp’ers of freelancers onder de Wet DBA maatwerk vereist. Iedere individuele opdracht, de te sluiten opdrachtovereenkomst én bewaking van de uitvoering van de opdracht vragen om aandacht. Het inschakelen van de automatische piloot is daarbij – voorlopig? – van de baan.

Heb je als opdrachtgever of zelfstandige advies nodig bij het controleren van bestaande of aangaan van nieuwe overeenkomsten? Neem contact op via mail info@hopconsulting.nl of bel 073-62358550 en ik help je graag.

Share Button

Nieuwsupdate – De VAR verdwijnt definitief

Belastingdienst

Nieuwsupdate – De VAR verdwijnt definitief

Vers van de pers, heet van de naald!

Het verdwijnen van de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) is definitief. Na veel discussie en herhaaldelijk uitgestelde behandeling van het wetsvoorstel, heeft de Eerste Kamer vandaag, 02 februari 2016, ingestemd met invoering van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (WDBA).

De stand van zaken:

  • De huidige VAR verdwijnt definitief per 01 mei 2016.
  • Het vaststellen en beoordelen van de arbeidsrelatie en het wel of niet af moeten dragen van loonheffingen, gebeurt vanaf die datum op basis van de Wet DBA en (model)overeenkomsten.
  • Gedurende de zogeheten gewenningsperiode van 01 mei 2016 tot 01 mei 2017 wordt aan het vervolmaken van het systeem gewerkt en zal de Belastingdienst nog niet strikt handhaven.

De nieuwe wet is bedoeld om het zelfstandigen en hun opdrachtgevers eenvoudiger te maken en om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Beide doelstellingen gaan volgens critici echter niet gehaald worden. Bovendien zorgen de genegeerde kritiek en aanhoudende onzekerheid over de uitvoering voor een hoop onrust onder zowel zzp’ers als opdrachtgevers.

De Belastingdienst. Het wordt er in ieder geval nog steeds niet makkelijker op…

Share Button

Contracteren is balanceren op het evenwichtskoord

Evenwichtskoord

Contracteren is balanceren op het evenwichtskoord

“Kun je ervoor zorgen dat dit contract helemaal waterdicht is, zodat wij geen enkel risico lopen?” Het is een regelmatig terugkerende vraag van klanten. Met een standaard antwoord: Ja, dat kan wel, maar willen jullie dat ook echt? Een goed contract doet namelijk meer dan het uitsluiten van juridische risico’s.

Overeenkomst dichttimmeren

Strenge regels waar jouw contractspartner allemaal aan moet voldoen. Direct hoge boetes opleggen wanneer dit niet gebeurt. Volledige aansprakelijkheid voor alle eventuele schade en het wegcontracteren van een mogelijk beroep op overmacht door de wederpartij. Terwijl je zelf natuurlijk iedere aansprakelijkheid uitsluit. Dat is hoe sommige ondernemers het het liefst zien. Een overeenkomst die helemaal dichtgetimmerd is en waarbij ze zelf geen enkel risico lopen.

Commercieel aantrekkelijk

Wanneer je business-to-business contracteert, geldt het primaat van de contractsvrijheid en is er in die zin niet veel op tegen. Maar hoeveel partijen zullen op basis van zo’n overeenkomst met je in zee willen gaan? Misschien als je monopolist bent en anderen sterk van jou afhankelijk zijn, maar anders kom je waarschijnlijk niet ver. In de meeste gevallen zul je namelijk toch moeten zorgen dat het contract dat je aan jouw contractspartner voorlegt, commercieel voldoende aantrekkelijk is om te ondertekenen. Anders wil niemand zaken met je doen en kun je je bedrijf net zo goed sluiten.

Risico’s afwegen

Bedank daarom goed welke risico’s je op welke manier wilt afdekken. Hoe groot zijn de verschillende risico’s, hoe groot de (financiële) belangen en wat zijn de eventuele consequenties? Heb je voldoende back-up mogelijkheden en/of dekt jouw verzekering bepaalde zaken? Bekijk vervolgens hoe dichtgetimmerd en eenzijdig je jouw contract wilt laten opstellen. Uiteraard kan wat extra contractuele zekerheid geen kwaad, ook voor zaken die wellicht al op andere wijze afgedekt zijn of een minder groot risico vormen. Toch heeft een ‘waterdicht’ contract zijn grenzen: die van een gezonde commerciële handelsrelatie.

Balans vinden

Het beste contract is in de praktijk dan ook lang niet altijd het contract dat het meest juridisch dichtgetimmerd is. Het is veel vaker het contract dat de juiste balans weet te vinden tussen genoeg juridische zekerheid en voldoende commerciële aantrekkelijkheid. Op die manier kun je namelijk met een gerust hart zaken doen én heb je de contractspartners voor het uitzoeken.

Zo balanceren op het contractuele evenwichtskoord vraagt om lef en discipline, maar geeft uiteindelijk optimale zakelijke voldoening!

 

Share Button

Westvleteren – Verbod op verkoop bier?!

Verbod op verkoop bier (Westvleteren) - H.O.P. CONSULTING preventief juridisch advies

Verbod op verkoop bier?!

Krijg je bij het lezen van deze titel spontaan last van ontwenningsverschijnselen? Om je dan meteen maar gerust te stellen: Er mag nog steeds gewoon bier gekocht en verkocht worden. Gelukkig maar. Toch is er een specifiek geval waarin bier en contractenrecht bij elkaar komen en je als koper van bier een expliciet (door)verkoopverbod wordt opgelegd: Trappist Westvleteren.

Trappist Westvleteren

Voor bij wie niet direct een belletje gaat rinkelen een korte toelichting. Westvleteren is een van de slechts tien erkende trappistenbieren ter wereld en wordt gebrouwen door de monniken van de Sint-Sixtus abdij in het Belgische plaatsje Westvleteren. Door extreme schaarste – het bier is uitsluitend verkrijgbaar bij de abdij en dan alleen in beperkte mate en onder strenge voorwaarden –heeft Trappist Westvleteren voor sommige bierliefhebbers een welhaast mythische status. Het is bovendien meerdere keren uitgeroepen tot beste bier van de wereld.

Doorverkoopverbod

Zo’n status wil je natuurlijk beschermen en dat doen de monniken dan ook met verve. Belangrijk instrument om de zelf gecreëerde schaarste in stand te houden, is het aan de kopers opgelegde doorverkoopverbod. Zo staat op de website te lezen:

“De Trappist Westvleteren is enkel voor particulieren te koop, waarbij elke koper zich engageert het bier niet verder te verkopen. U bent de eindverbruiker. Op het kasticket wordt vermeld dat U het bier niet in de handel mag brengen. Wij kunnen  U hierop aanspreken.”

Puur contractenrecht dus. Heldere voorwaarden, mét de mogelijkheid om overtreders van het verbod aansprakelijk te stellen wegens contractbreuk. Kom je bij een slijter of café dat toch een of meer van de Westvleteren-bieren tegen een ‘zacht’ prijsje van € 10,- of meer per stuk aanbiedt? Dan weet je dus dat dit illegale koopwaar is. Foei!

Rechtsgeldige overeenkomst

Afgelopen dinsdag ben ik daarom zelf maar weer eens naar het onder bierkenners zo beroemde dorpje in het diepe zuiden van België gereden. Om de voorraad aan te vullen, noemen we dat. En ja hoor, ook aan de muur van de uitgifteplaats en op het ‘kasticket’ word je als koper uitdrukkelijk gewezen op het (door)verkoopverbod. Juridisch gezien niet onbelangrijk natuurlijk, aangezien de koper hierdoor op drie cruciale momenten tijdens het koopproces op zijn verplichtingen wordt gewezen. Zo komt een rechtsgeldige overeenkomst tot stand en heeft ontkennen geen zin. Heerlijk als hobby en werk bij elkaar komen!

Dorst gekregen?

Ben je inmiddels dorstig geworden en heb je ook trek gekregen in zo’n mooie Trappist Westvleteren? Een flesje aan je verkopen mag ik als integere jurist uiteraard niet, maar als je mij voldoende overtuigt, wil ik best een keer een flesje met je delen…

 

Share Button

Een goed contract is goud waard

Een goed contract is goud waard - H.O.P. CONSULTING preventief juridisch advies

Een goed contract is goud waard

Neem jij jezelf, jouw onderneming en/of het bedrijf waar je werkt serieus? Lees dan vooral verder. Neem je echter genoegen met een plakbandkantoor, surf dan maar lekker door. Dan is dit artikel niet aan jou besteed.

Natuurlijk is een mondelinge overeenkomst ook een overeenkomst. Natuurlijk kun je allerlei (modellen van) contracten en algemene voorwaarden zo van internet plukken. Gratis en voor niks. Maar wat heb je er uiteindelijk aan? Als puntje bij paaltje komt: Niets.

Mondelinge overeenkomst

Een mondelinge overeenkomst is leuk zolang het mooi weer is. Jij en je contractspartner genieten samen volop van het zonnetje, gezelligheid alom. Zodra het weer omslaat, beginnen echter de problemen. Die aardige man of vrouw, die goede bekende die zei dat jullie elkaar toch konden vertrouwen, blijkt opeens ook een andere, meer duistere kant te hebben. Een al te vrije interpretatie van de afspraken, ten koste van jou gericht op zijn eigenbelang of een spontaan gevalletje geheugenverlies. Ik heb het allemaal al zo vaak voorbij zien komen. En probeer dan maar eens de inhoud van die mondelinge overeenkomst te bewijzen…

Het ‘betere’ knip-en-plakwerk

Knippen-en-plakken. Copy-paste. Even surfen op internet en binnen de kortste keren heb je je eigen overeenkomst of algemene voorwaarden in elkaar gedraaid. Superhandig toch? Gelijk weer een paar honderd Euro uitgespaard door niet naar die dure jurist te stappen! En het ziet er nog best professioneel uit ook, denk je dan. Een paar dure vaktermen erin, ook al weet je niet exact wat die eigenlijk betekenen. En hé, dat andere bekende bedrijf gebruikt dit contract toch ook? Dan zal het vast goed zijn.

Maar is jouw onderneming dan een kopie van dat grote, bekende bedrijf? Zit jij in exact dezelfde situatie als dat bedrijf toen het deze specifieke overeenkomst aanging? Die kans bestaat natuurlijk, maar zal niet heel groot zijn. Het is een stuk reëler om te beseffen dat jouw bedrijf uniek is en dat iedere situatie anders is. Je hebt immers je eigen werkwijze, je eigen waarden en je eigen ideeën van wat goed voor jouw onderneming is. Daarnaast zal de inhoud en omvang van een contract variëren naar gelang (de complexiteit van) het onderwerp, het voor jouw onderneming aanwezige (financiële) belang of risico en (de relatie tot) jouw contractspartner. Allemaal zaken dus die per contract verschillen, laat staan per onderneming.

Goed contract nodig

“Maar ik doe dit al jaren zo en het gaat eigenlijk nooit mis.” Hartstikke fijn, gefeliciteerd ook. En inderdaad, het gaat goed zolang het goed gaat. Maar wat als het misgaat? Wat als jouw contractspartner zijn verplichtingen niet nakomt, wat als jouw contractspartner niet betaalt, wat als het voortbestaan van jouw onderneming op het spel staat? Dan kom je er niet met uitsluitend een mondelinge overeenkomst of wat eenvoudig zelf gefabriceerd knip-en-plakwerk. Dan heb je een goed contract nodig, dat recht doet aan jouw situatie.

Een goed contract regelt namelijk niet alleen de leuke dingen – Hoeveel geld gaan we verdienen en gaan we dat verdelen? – maar juist ook de minder leuke zaken. Wie is waartoe verplicht, wat doen we als het niet lukt, hoe dekken we bepaalde risico’s af, wanneer en op welke voorwaarden kunnen we op fatsoenlijke wijze uit elkaar gaan als dat nodig is? Dát zijn de vragen waar het om gaat. En hoewel de vragen in veel gevallen dezelfde zullen zijn, zullen de antwoorden in vrijwel iedere situatie anders zijn. Maatwerk dus.

Serieuze onderneming of plakbandkantoor?

De gerealiseerde besparing door het niet inschakelen van die jurist, verdwijnt al snel als sneeuw voor de zon wanneer je voor tienduizenden Euro’s het schip in gaat. Zo heeft menig onderneming een wel erg dure les moeten betalen, tot faillissement aan toe. Als jij jezelf, jouw onderneming en/of het bedrijf waar je werkt serieus neemt, zorg je dat het jou niet overkomt. En onthoud:

“Een goed contract is goud waard, maar dat betekent niet dat je je er blauw aan hoeft te betalen.”

 

Share Button